Charlotte Kool 3de na hectische sprintfinale in Gent-Wevelgem

Kasseien, heuvels en zijwind stonden Team Picnic PostNL’s vrouwenploeg zondagmiddag te wachten in Gent-Wevelgem. De koers volgde een vertrouwd patroon met een vroege ontsnapping die een voorsprong kreeg, maar op de open wegen in De Moeren werd de groep gegrepen toen het peloton in stukken brak. Uiteindelijk kwam alles weer samen en begon de volgende fase van de race op de beklimmingen, waar het een afvalkoers werd.

In de laatste 40 kilometer volgden meerdere aanvallen aan de kop van de wedstrijd. Charlotte Kool en Pfeiffer Georgi wisten zich in een uitgedunde kopgroep te handhaven na de laatste klim. Door een laag tempo kon echter een achtervolgende groep terugkeren, waardoor ook Megan Jastrab en Franziska Koch zich weer bij hun teamgenoten voegden in het peloton dat richting de finish denderde. Door de grotere groep werd de finale hectisch en chaotisch, met de bekende ‘wasmachine-effect’. Nadat ze goed werd afgezet door haar ploeggenoten, wist Kool zich een weg naar voren te banen en een sterke sprint in te zetten, wat haar een mooie derde plaats opleverde.

Na de finish reageerde Kool: “We kwamen goed over de Kemmelberg en ik zat in een groep met Balsamo, wat gunstig was, omdat we wisten dat zij het ook op een sprint wilde laten aankomen. Uiteindelijk kwamen de groepen van achteren weer terug. De sprint was best hectisch omdat de groep groter was dan normaal, maar iedereen was vermoeid na een lange dag. Ik ben best tevreden, derde was vandaag het hoogst haalbare. Ik heb alles gegeven aan de finish. Misschien had ik wat dichter kunnen finishen als ik de sprint iets verder naar voren had kunnen beginnen, maar dat is ook onderdeel van sprinten. Ik heb al een paar goede wedstrijden gereden, maar dit was mijn eerste podium in een grote koers, dus dat is mooi. De vorm wordt beter en dat is wat we nodig hebben voor de rest van het seizoen.”

Team Picnic PostNL-coach Albert Timmer voegde toe: “We hadden een paar belangrijke punten waar we verbetering wilden zien ten opzichte van de vorige wedstrijd, en ik denk dat dat goed gelukt is. Op de Kemmelberg zaten we niet helemaal in de juiste positie aan het begin, waardoor we niet bij de beste vijf over de top waren. Het positieve was dat we Charlotte en Pfeiffer in de groep daarachter hadden, dus we hielden controle over de situatie. In de finale kwamen Megan en Franzi ook nog terug. We begonnen de lead-out misschien iets te vroeg, maar we brachten Charlotte in een goede positie en ze kon sprinten. Al met al zag ik veel positieve dingen en ben ik blij dat we hier een podiumplek uit hebben gehaald. Dit geeft ons iets om op verder te bouwen richting de komende wedstrijden.”