Lund Andresen sprint naar vijfde plek in eerste editie van Copenhagen Sprint na chaotische finale

Team Picnic PostNL stond vandaag aan de start van de allereerste editie van de Copenhagen Sprint voor mannen, een uitdagende koers van 235 kilometer die startte in Roskilde en eindigde met vijf rondes op een snel en technisch circuit in het hart van Kopenhagen. De race combineerde lange open stukken door het platteland met een veeleisende stadsfinale die het uithoudingsvermogen, de positionering en de sprintvaardigheden op de proef stelde.

Gedurende de wedstrijd werkte ons team goed samen om onze sprinter, Tobias Lund Andresen, te ondersteunen. Enzo Leijnse, Niklas Märkl en Bjorn Koerdt namen de verantwoordelijkheid aan de kop van het peloton en hielpen het tempo te bepalen en de race onder controle te houden richting de laatste kilometers. Toen de renners het laatste rondje op het Kopenhaagse circuit ingingen, zorgde een grote valpartij voor opschudding in het peloton. Ondanks de chaos bleef de sprintfinish hevig en snel. Tobias Lund Andresen raakte helaas ingesloten in de laatste honderden meters, maar vocht hard om als vijfde over de meet te komen.

Na de finish zei analyseerde Team Picnic PostNL coach Phil West de wedstrijd: “Over het algemeen was het een goede dag. We begonnen met het doel om met Tobias te sprinten, en in een nieuwe koers als deze weet je nooit precies hoe de wedstrijd zal verlopen. We wilden alle scenario’s dekken en ons aan het plan houden om zo efficiënt mogelijk door de race te komen. Tobias werd goed beschermd, vooral in de smalle en technische passages in het begin, waar een goede positie cruciaal was om energie te besparen. We kwamen in goede positie aan op het lokale circuit, en vanaf daar werd het een strijd om positie en geduld. Enzo en Bjorn gebruikten energie om de groep onder controle te houden, terwijl Niklas werkte om Tobias goed te positioneren voor de eindsprint. Uiteindelijk is een vijfde plek een eerlijk resultaat. Met wat geluk was er misschien meer mogelijk geweest, maar dat hoort nu eenmaal bij sprinten.”