22 maart – Milano-Sanremo Donne: Genova – Sanremo
Na enkele jaren afwezigheid stond de Primavera Rosa vandaag weer op de kalender voor het vrouwenpeloton, met een 156 kilometer lange route van Genua naar Sanremo. De koers begon aan een rustig tempo, maar voor de drie capi verhoogde het peloton het tempo en werd de vroege vlucht gegrepen. Helaas raakte Francesca Barale betrokken bij een valpartij. Team Picnic PostNL bleef goed samenwerken, waarbij Nienke Vinke de rest van de ploeg beschermde richting de Cipressa.
Daar zorgde contact tussen twee rensters vooraan het peloton voor een nieuwe valpartij, waardoor Megan Jastrab werd opgehouden. Franziska Koch nam vervolgens de taak op zich om Marta Cavalli en Pfeiffer Georgi in een goede positie aan de voet van de Cipressa af te zetten. Bovenop de klim waren Georgi en Cavalli deel van de steeds kleiner wordende kopgroep, waar de strijd om positie onverminderd doorging tot aan de Poggio.
Een hoog tempo zorgde ervoor dat een groep van 13 rensters als eerste over de Poggio kwam, inclusief Cavalli. Op de razendsnelle afdaling ontstonden enkele scheuren in de groep en Cavalli raakte even achterop, maar wist samen met enkele anderen weer aan te sluiten op het vlakke gedeelte richting Sanremo. Na een zware dag waarin ze alles had gegeven, sprintte Cavalli uiteindelijk naar een 13de plaats voor het team.
Cavalli blikte terug na de wedstrijd: “We begonnen de dag in slecht weer en de eerste 30 kilometer waren chaotisch, maar daarna kwam de zon tevoorschijn en werd het wat rustiger. We reden goed als team over de drie capi en we zaten perfect gepositioneerd richting de Cipressa, wat ons doel was. Op de klim zelf gebeurde er eigenlijk niet veel. Pfeiffer en ik maakten de oversteek naar de voorste groep en we verwachtten vuurwerk op de Poggio, maar dat bleef uit tot de laatste kilometer. Toen begonnen de aanvallen en ik zat mee in de eerste groep van 13 renners over de top, wat een goed gevoel gaf. De afdaling was echt gekkenwerk en super snel. De laatste drie kilometer zat ik op mijn limiet en het tempo was zo hoog dat ik niet echt meer kon sprinten. Het was een mooie koers en ik voel dat mijn vorm met elke wedstrijd groeit. Hopelijk kunnen we hierop voortbouwen in de komende races.”