In zijn vier jaar bij het team is Kevin gegroeid als renner en persoon, waarbij de jonge Amerikaan in 2022 een aantal solide resultaten heeft geboekt en zijn debuut maakte in de Tour de France. Toch werd zijn seizoen ook geteisterd door pech met ziekte en blessures, waardoor hij helaas moest opgeven tijdens zijn Tour-debuut. Dat was voor Kevin echt even slikken, maar toch kijkt hij er met een positief gevoel op terug.
“Om die kans überhaupt te krijgen en daar in de race te zijn, zonder achterin het peloton te worstelen, was echt gaaf. Ik had veel vertrouwen in mijn vorm en we deden het goed als team. Ik kreeg veel positieve steun van de jongens. In het ziekenhuis kon ik alleen maar denken aan hoe ik ervoor zou zorgen dat ik in de toekomst weer aan de race kon deelnemen.”
In juni 2023 stond Kevin in Bilbao voor zijn tweede opwachting in de Tour. Deze keer werd hij niet geteisterd door blessures en maakte hij indruk op velen met zijn vechtlust en optredens, vooral in de laatste week. Uit die vorm vloeiden de goede resultaten voort: Kevin werd derde in het algemeen klassement tijdens de Arctic Race of Norway en zesde in het algemeen klassement tijdens de Deutschland Tour. Een goede basis om op te bouwen voorde toekomst.
Kevins vader was een wielrenner die op de weg en op de baan voor België uitkwam en op het circuit zelfs een zilveren medaille won bij de WK voor junioren. Toch werd Kevin nooit gedwongen om te gaan wielrennen. Hij speelde voorheen veel honkbal en voetbal voordat hij op dertienjarige leeftijd begon met enkele lokale mountainbikeraces. In zijn vijftiende levensjaar kreeg hij zijn eerste racefiets, waarna hij een jaar later besloot te stoppen met voetbal en de overstap te maken naar het wegwielrennen.
“Vanaf het eerste moment wist ik dat ik prof wilde worden, ook al wist ik niet wat dat precies betekende. Ik genoot van trainen en racen en wilde dat elke dag doen. Het is iets waar ik mee ben opgegroeid en ik had nooit gedacht dat ik iets anders zou doen.”