Donderdag kreeg het peloton de zwaarste etappe van deze Tour de France voorgeschoteld: 171 kilometer met daarin meer dan 5500 hoogtemeters over onder andere de Col du Glandon, Col de la Madeleine en een aankomst bergop op de Col de la Loze. Het beloofde een slopende dag te worden – en dat werd het ook.
Na een gecontroleerd begin tot aan de tussensprint barstte het geweld los op de flanken van de Col du Glandon. Frank van den Broek ging mee in een tegenaanval, terwijl Warren Barguil zich met Oscar Onley handhaafde in het uitdunnende peloton der favorieten. Op de Madeleine werd Van den Broek ingerekend en ging het tempo stevig omhoog, waarna Onley zijn eigen tempo moest zoeken. Barguil en Van den Broek bevonden zich vlak achter hem, en het drietal wist na de top opnieuw samen te komen.
Met indrukwekkend werk in de achtervolging brachten Barguil en Van den Broek hun kopman weer terug in het peloton der favorieten, net voor de slotklim naar de Col de la Loze. Daar werd het tempo langzaam maar zeker opgevoerd en moesten renners één voor één lossen. Onley beet zich vast en wist zich knap te handhaven. Toen Vingegaard versnelde, kon alleen Pogacar volgen, met Onley daar vlak achter. Pogacar plaatste nog een demarrage en sloeg een gaatje, maar Onley bleef knokken tot op de streep en eindigde op een ijzersterke vierde plaats. Daarmee liep hij 1 minuut en 39 seconden in op Lipowitz en is hij nu nog maar 22 seconden verwijderd het podium in het algemeen klassement, met nog één bergetappe te gaan.








