2 augustus – etappe 8: Chambéry – Col de la Madeleine
Op zaterdag stond de koninginnenrit van de Tour de France Femmes op het programma. Na een start bergop op de Col de Plainpalais, een klim van eerste categorie, lag het zwaartepunt van de etappe toch echt aan het einde. De finish lag bovenop de mythische Col de la Madeleine: 18,6 kilometer klimmen aan gemiddeld 8,1%. Voor Team Picnic PostNL en Nienke Vinke betekende het een cruciale dag in de strijd om het wit.
Vanaf het vertrek werd er fel gestreden om mee te zitten in de vlucht van de dag. Meerdere groepjes kregen geen ruimte van het peloton, waar het tempo meteen hoog lag. Uiteindelijk wisten veertien rensters zich los te maken, waaronder Franziska Koch, die niet voor het eerst deze week de aanval koos. In het peloton zat Nienke Vinke goed omringd door haar ploeggenoten, die haar goed beschermden.
Met nog 40 kilometer te gaan bedroeg de voorsprong van de kopgroep nog altijd zo’n vijf minuten. Maar daarna werd het tempo in het peloton flink opgeschroefd en begon de marge snel te slinken. Op 28 kilometer van de finish, in de vallei voor de slotklim, kreeg Vinke pech: een lekke band. Omdat de koers inmiddels volledig uiteen lag en de ploegwagen niet in de buurt was, aarzelde Megan Jastrab geen moment en ze gaf haar eigen fiets aan Vinke, een mooi staaltje teamwork. Nadat de ploegwagen bij Vinke was gearriveerd, kon ze verder op haar eigen fiets. Francesca Barale reed vervolgens een enorme beurt in de achtervolging en bracht Vinke tot aan de voet van de Madeleine. Daar gaf ze vervolgens alles wat ze had. Franziska Koch — inmiddels teruggevallen uit de kopgroep — kon haar een groot gedeelte van de klim helpen. In de laatste acht kilometer reed Koch een strak tempo voor Vinke, en zo loodste ze haar knap naar de top. Mede dankzij geweldig teamwork hebben Vinke en Team Picnic PostNL niet alleen de witte trui te behouden, maar de voorsprong zelfs weten uit te breiden.
Na afloop van de etappe reageerde een uitgeputte Vinke: “Vandaag was echt een hele zware dag, want we moesten meteen na de start al dertien kilometer klimmen. Het tempo lag vanaf het begin hoog, en er was veel strijd om in de vroege vlucht te komen. Ik was misschien iets te enthousiast en sprong op alles, waardoor ik uiteindelijk niet meer mee kon toen de echte kopgroep vertrok. Gelukkig zat Franzi daar wel bij en die reed echt supersterk. De rest van de ploeg hield me goed voorin en reed zelfs nog een keer een gat dicht. En toen kreeg ik ook nog een lekke band in de vallei richting de Madeleine, precies op het moment dat het tempo hoog lag. In de chaos heb ik eerst een stukje op de fiets van Megan gereden, omdat de ploegwagen niet direct bij ons was door alle groepjes die overal reden. Daarna kon ik gelukkig weer op mijn eigen fiets verder. Francesca reed toen nog een hele lange beurt en bracht me aan de voet van de klim. Vanaf daar was het alles geven. De Madeleine was echt ontzettend lang en zwaar, ik was helemaal leeg. Gelukkig was Franzi daar weer, en zij heeft me de laatste acht kilometer omhoog gepaced. Dat was echt heel fijn en ontzettend sterk van haar. Ik ben blij dat het erop zit en blij dat ik het wit nog steeds draag.”






