De eerste echte Alpenetappe in de Tour de Suisse bracht het peloton over de machtige Splügenpas. De officiële klim is bijna negen kilometer lang aan gemiddeld zeven procent, maar in aanloop daar naartoe liep de weg al gestaag omhoog. Over een afstand van 35 kilometer bedroeg het gemiddelde stijgingspercentage zo’n vier procent, met steilere stukken richting de top op ruim 2100 meter hoogte.
Vanaf het begin werd er een hoog tempo gereden in het peloton, met meerdere ploegen die probeerden de vroege vlucht op poten te zetten. Pas na ruim een uur koers ontstond er daadwerkelijk een kopgroep. Team Picnic PostNL hield zich in het peloton, en werkte zich goed naar voren om Oscar Onley te ondersteunen richting de klim. Op de lange aanloop namen de mannen het heft in handen en bepaalden ze het tempo, waardoor het verschil met de koplopers beheersbaar bleef. Op het steilste deel werd het tempo verder opgevoerd en viel het peloton uit elkaar. Onley klom uitstekend en kwam als derde boven op de Splügenpas, met alleen leider Almeida voor zich.
Na een goede afdaling sloot een groepje weer aan bij Onley, maar het tempo stokte in de achtervolging, waardoor de voorsprong van Almeida toenam. Onley zag het gebeuren en plaatste een slimme aanval op het moment dat hij op kop reed. Hij kreeg meteen steun van O’Connor en samen werkten ze sterk samen in de laatste vijf kilometer. In de sprint om plek twee trok Onley aan het langste eind, en hij schoof daarmee op naar de achtste plaats in het algemeen klassement.